-
1 tot de spreektaal behorend
tot de spreektaal behorendVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tot de spreektaal behorend
-
2 is considered among
behorend tot -
3 Finnish
adj. Fins, behorend tot Finland; behorend tot het Finse volk--------n. Fins, de taal van Finland[ finnisj] -
4 collegiate
adj. behorend tot een hogere beroepsschool (academie, instituut voor hoger onderwijs)[ kəlie:dzjiət]1 ingericht als/behorend tot een college/universiteit2 studenten- ⇒ studentikoos, studentachtig♦voorbeelden: -
5 proper
adj. goed; gepast; juist; in het geheel[ proppə]II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 proper to • behorend tot, eigen aan♦voorbeelden: -
6 Guarani
n. Guarani (behorend tot een Zuid Amerikaanse stam; de taal van die stam)--------n. Guaranie (behorend tot Zuid Amerikaanse stam; de taal van die stam) -
7 étranger
étranger [eetrãzĵee],étrangère [eetrãzĵer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 buitenlands ⇒ vreemd, uitheems♦voorbeelden:un étranger, une étrangère • buitenlander, -landse, vreemdeling(e)1. m (f - étrangère)buitenlander/-dse, vreemdeling/-e2. = étrangère; adj1) buitenlands, vreemd3) vreemd (aan) -
8 of
prep. van; in; opof4 betreffende ⇒ over, van, met betrekking tot9 〈relatie individu-klasse; onvertaald〉♦voorbeelden:rob someone of his happiness • iemand van zijn geluk berovenupwards of an hour • meer dan een uurgo wide of the mark • ver naast het doel schietenwithin a month of their wedding • minder dan een maand voor/na hun huwelijkit fell within four inches of her • het viel geen tien centimeter van haar vandaanproduce of France • Frans productthat's too much to ask of Jane • dat is te veel van Jane gevraagdof necessity • uit noodzaakdie of shame • doodgaan van schaamteit tastes of sugar • het smaakt naar suikera dress of her own making • een zelfgemaakte jurkof itself • vanzelf, uit zichzelfthat's sweet of you • dat is lief van jea distance of 50 km • een afstand van 50 kma gown of silk • een zijden gewaadthey had a hard time of it • ze hebben het hard te verduren gehadthe truth of the story • de waarheid over dit verhaalquick of understanding • snel van begripa girl of infinite good humour • een meisje dat altijd goedgehumeurd isa child of six • een kind van zes jaarthe battle of Waterloo • de slag bij Waterloobe of importance/value • van belang/waarde zijn, belang/waarde hebben6 a book of May's • een boek van May, een van Mays boekenlook at that sweater of hers! • kijk eens naar die trui van d'r!love of nature • liefde voor de natuurin pursuit of success • op zoek naar succesnone of his friends • geen van zijn vriendenof all the impudence! • wat een brutaliteit!twenty years of marriage • twintig jaar huwelijkyou of all people! • uitgerekend/juist jij!five of us • vijf mensen van/uit onze groepthe Isle of Man • het eiland Manthe month of May • de maand mei -
9 noordelijk
1 [met betrekking tot de wind] north(erly)4 [eigen aan het noorden] northern♦voorbeelden:II 〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
10 bookish
adj. in boeken opgaand; behorend tot boekenworm[ boekisj] 〈 bookishness〉2 boekachtig ⇒ stijf, onnatuurlijk3 theoretisch ⇒ schools, saai♦voorbeelden:1 bookish person • boekenmens/wurm2 bookish knowledge/learning • boekenkennis/geleerdheidbookish word • geleerd/schrijftalig woord -
11 odd
adj. oneven (Wiskunde)--------adj. vreemd; niet vast; oneven; wisselgeld[ od]1 oneven2 vreemd ⇒ zonderling, ongewoon♦voorbeelden:an odd habit • een gekke gewoonteII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:1 the odd man at the table • de man die aan tafel overschiet 〈 nadat de anderen in paren gegroepeerd zijn〉you can keep the odd change • je mag het wisselgeld houdenearn some odd money • iets extra verdienenhe drops in at odd times • hij komt zo nu en dan eens langsan odd issue • een losse afleveringodd job • klusjewhat's the odd man out in the following list? • welke hoort in het volgende rijtje niet thuis?♦voorbeelden:three hundred odd • driehonderd en nog wat -
12 poor white
-
13 poor
adj. arm; zielig; armoedig; slecht--------n. de armen[ poeə]2 slecht ⇒ schraal, pover♦voorbeelden:1 〈 vaak beledigend〉 poor white • blanke behorend tot de laagste sociale klasse 〈 voornamelijk in het zuiden van de USA〉the poor • de armenin poor spirits • neerslachtigtake a poor view of • zich weinig voorstellen vanpoor weather • slecht weer4 poor fellow! • arme ziel! -
14 proper to
proper tobehorend tot, eigen aan -
15 with
prep. met; behorend tot; met behulp van; door middel van; door; uit; voor; bij ; van[ wið, wiθ]♦voorbeelden:a conversation with Jill • een gesprek met Jillcompared with Mary • vergeleken bij Maryangry with Sheila • kwaad op Sheilawith your permission • met uw toestemmingit changes with the seasons • het verandert met de seizoenenwith the sun • met de zon meesail with the wind • met de wind zeilenare you still with me? • snap je me nog?, kun je me nog volgen?come with me • kom met mij mee3 he assumed, with the author, that … • hij nam, met de auteur, aan dat …she can sing with the best of them • ze kan zingen als de bestehe worked with Bayer • hij werkte bij Bayerthis, with the books, should do • met de boeken, zou dit moeten volstaanwith the bow it looks just like new • met de strik ziet het eruit als nieuwhe came with his daughter • hij kwam met zijn dochterwith a gentle disposition • met een zacht karakterhe did it with ease • hij deed het met gemakdo business with the farmers • zaken doen met de boerenhe watched with fear • hij keek toe vol angsthe walked with his hands in his pockets • hij liep met de handen in de zakkenI like it with sauce • ik eet het graag met sausit went with great speed • het ging heel snelwhat's with him? • wat is er met hem (aan de hand)?spring is with us • het is lentepeace be with you • vrede zij met uit's all right with me • ik vind het goed/mij is het om het evenI left it with Jill • ik vertrouwde het aan (de zorgen van) Jill toethe doctor is with John • de dokter is bij Janwith Mary it always fails • bij Mary mislukt het altijd5 a nice girl, with all her faults • een lief meisje, ondanks haar gebrekenbowed down with grief • gebukt onder droefenisthey woke her with their noise • zij maakten haar wakker met hun lawaaipleased with the results • tevreden over de resultatenmix it with a spoon • meng het met een lepelfilled with water • vol watersick with worry • ziek van de zorgenwith his death all changed • met zijn dood veranderde alleshe arrived with Mary • hij kwam tegelijkertijd met Mary aanwith that he left • dit gezegd zijnde vertrok hijwhat with this, that and the other, I never finished it • met alles wat erbij kwam heb ik het nooit afgekregenaway/down with him! • weg met hem!off with you • maak dat je wegkomtit's all over with him • het is met hem afgelopenwhat's up with him? • wat heeft hij?→ be with be with/ -
16 amyloid
n. amyloïde, zetmeelachtige stof (spekachtige eiwitsubstantie; chemisch behorend tot de mucopolysachariden) -
17 churchless
adj. niet behorend tot bepaalde kerk; zonder kerk -
18 maigre
adj. (uit frans) zonder vlees of andere vleesderivaten; behorend tot vastendag of vasten (Rooms Katholiek) -
19 nonclassical
adj. Niet klassiek (niet typerend; niet behorend tot de klassieken) -
20 confession
confession [kõfesjõ]〈v.〉1 bekentenis ⇒ verklaring, erkenning3 geloof ⇒ (geloofs)belijdenis, godsdienst♦voorbeelden:f1) bekentenis2) biecht3) geloofsbelijdenis, godsdienst
См. также в других словарях:
Yanda — (peuple) Pour les articles homonymes, voir Yanda. Yanda Populations significatives par régions … Wikipédia en Français
Yanda (ethnie) — Yanda (peuple) Pour les articles homonymes, voir Yanda. Yanda Populations significatives par régions … Wikipédia en Français
Yanda (peuple) — Pour les articles homonymes, voir Yanda. Yanda Populations … Wikipédia en Français